Hr Ms Soemba in zicht: Hebben jullie nog bier?!

Hr Ms Soemba. Together with sistership Flores the two gunsboats would would become known as the teribble twins because of their accuarte gunnery during landings later in the war. (Source: Maritiem Digitaal)

14 mei 1942. Abbekerk vertrekt eindelijk uit Colombo en zet koers naar de Perzische Golf. Door het ontladen van een deel van de tarwe ligt het schip nu iets hoger in het water. Ze haalt probleemloos haar kruissnelheid van 17 knopen en al snel vervalt de bemanning weer in de routine van het wachtlopen. Als ze de ingang van de Perzische Golf nadert is het zonnig en windstil. Het water zo vlak als een spiegel en de temperatuur neemt nu snel toe. Alleen de snelheid van het schip zorgt nog voor enige verkoeling. Rondom het schip is de zee leeg als ze de Straat van Hormuz doorkruist. ’s Morgens om half twaalf klinkt een kreet uit het kraaiennest: “Schip in zicht! Het is een oorlogsschip!”
Op de brug grijpt derde stuurman Visser zijn verrekijker en herkent vrijwel meteen het ‘drijvende strijkijzer’ silhouet van een  kleine Nederlandse marineschip en waarschuwt de kapitein:

‘Kapitein, daar is een klein oorlogsschip en ik geloof dat het de Soemba is!’

Jawel het is de Soemba! De kanonneerboot hebben ze ook nog niet niet klein gekregen! Niet zodra hij ons herkende was de seinlamp van dit schip al in werking getreden om ons welkom te heten en (is mij verteld ) zonder enig ander voorspel de prangende vraag werd gesteld: HEBBEN JULLIE NOG BIER?
Ass. machinist Adriaan Kik

In Oosthaven, drie maanden eerder, was al duidelijk geworden dat Kapitein Wijker en de Commandant van de Soemba goede vrienden waren en dat er een goede relatie was ontstaan tussen beide schepen. Maar wat er toen gebeurde verbaasde eigenlijk iedereen.

En dus gingen we stoppen. Vergeet niet, dit was midden in oorlogstijd bij de ingang van de Perzische golf die daar behoorlijk breed is. Vijandelijke onderzeeboten konden in de buurt zijn. Maar we gaven de machinekamer opdracht om te stoppen!
Derde stuurman Jacob Visser

Dit duurt altijd ongeveer een half uur omdat de motoren op volle kracht erg warm worden en met koude zeewater worden gekoeld. Er is een afkoelingsperiode nodig, waarin we de motoren steeds langzamer lieten draaien totdat alle temperaturen zodanig waren gedaald dat we konden manoeuvreren zonder stukken te maken.
De kapitein kon zich helemaal inleven in het lot van de Soemba bemanning. Vooral de borden vol gespijsde nasi en andere verrukkelijk heden, die zoals de snert bij ons, geserveerd wordt zowel in grote hitte als ijzige koude. In dit geval zat de Marine dus zonder bluswater wat zonder meer een culinaire ramp kon worden genoemd. Een flinke hoeveelheid kratten bier werd uit de koelcel naar boven gebracht en aan lijzijde aan dek opgestapeld.
Ass. machinist Adriaan Kik

Statietrap naar beneden, de commandant van de Soemba kwam naar ons toe in een roeibootje met een matroos erin. Het bootje werd vastgelegd aan de statietrap en de commandant ging een borreltje drinken met de kapitein. De machines werden langzaam vooruit gezet, maar dat betekent voor het schip dat het toch nog bijna 9 mijl liep.
Derde stuurman Jacob Visser

Het was natuurlijk erg logisch dat het schip niet stil bleef liggen. Hoewel er geen Japanners in de buurt zijn waargenomen kan er altijd een onderzeeboot in de buurt zijn en een stilliggend schip is dan wel een erg makkelijk doelwit.

Ik zag het aankomen: het touwtje was wat lang, het neusje van het bootje ging wat dieper liggen en toen de matroos een paar stapjes naar voren kwam om het wat in te korten, schepte het bootje water. Door de vaart van het schip werd de sloep een paar dm. onder water meegezogen, met de matroos, want die hield zich met de moed der wanhoop vast aan het touw. Gelukkig stond er ook een stuurman op de brug die, net als ik, naar beneden keek en de telegraaf terug zette. De matroos werd als de gesmeerde bliksem op de valreep getrokken, waarna het touwtje brak en het bootje verdween.
Ass. machinst Adriaan Kik

Terwijl beide gezagvoerders samen eten en drinken varen de schepen gezamenlijk verder. Dat betekent voor Abbekerk wel dat de snelheid wat omlaag moet omdat de Soemba haar anders niet bij kan houden.

’s Avonds om een uur of tien was het voorbij en besloot de commandant terug te gaan naar de Soemba. Wij stoppen, de motorreddingboot (met kratten bier) te water – ik was commandant van de motorboot – en langszij de trap, commandant erin en wij naar de Soemba. Daar hebben we de commandant afgeleverd en zijn we terug gevaren naar de Abbekerk.
Derde stuurman Jacob Visser

Manta Ray
(Source: Wikipedia)

Na de terugkomst van de reddingboot werd deze weer in de davits gehesen, ging telegraaf op vooruit en we hebben elkaar nimmer meer gezien. Niettemin heeft de achting die Marine en Koopvaardij voor elkaar hadden niets geleden. Ha, ha, ha.
De weg door de Perzische Golf liep gesmeerd, evenals het hoger worden van de temperatuur. Op een van die dagen stond ik aan de railing overboord te kijken toen ik opeens een ontzettend grote rog zag, een manta denk ik, die met het schip mee zwom. Een kanjer met een doorsnede van zeker twee en een halve meter die met langzame, gracieus uitgevoerde, slagen van de uiteinden van haar, laat ik ze maar vleugels noemen, de boot probeerde bij te houden. Een werkelijk prachtig gezicht
Ass. machinst Adriaan Kik

Save

Save

Save

Save

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.